Leviticus 18:19-22 Statenvertaling (SV1750)

19. Ook zult gij tot de vrouw in de afzondering van haar onreinigheid niet naderen, om haar schaamte te ontdekken.

20. En gij zult niet liggen bij uws naasten huisvrouw ter bezading, om met haar onrein te worden.

21. En van uw zaad zult gij niet geven, om voor den Molech door het vuur te doen gaan; en den Naam uws Gods zult gij niet ontheiligen; Ik ben de HEERE!

22. Bij een manspersoon zult gij niet liggen met vrouwelijke bijligging; dit is een gruwel.

Leviticus 18