41. En Jozua sloeg hen van Kades-barnea en tot Gaza toe; ook het ganse land Gosen, en tot Gibeon toe.
42. En Jozua nam al deze koningen en hun land op eenmaal; want de HEERE, de God Israels, streed voor Israel.
43. Toen keerde Jozua weder, en gans Israel met hem, naar het leger te Gilgal.