18. Die van zichzelven spreekt, zoekt zijn eigen eer; maar Die de eer zoekt Desgenen, Die Hem gezonden heeft, Die is waarachtig, en geen ongerechtigheid is in Hem.
19. Heeft Mozes u niet de wet gegeven? En niemand van u doet de wet. Wat zoekt gij Mij te doden?
20. De schare antwoordde en zeide: Gij hebt den duivel; wie zoekt U te doden?
21. Jezus antwoordde en zeide tot hen: Een werk heb Ik gedaan, en gij verwondert u allen.
22. Daarom heeft Mozes ulieden de besnijdenis gegeven (niet dat zij uit Mozes is, maar uit de vaderen), en gij besnijdt een mens op den sabbat.