Johannes 13:26-28 Statenvertaling (SV1750)

26. Jezus antwoordde: Deze is het, dien Ik de bete, als Ik ze ingedoopt heb, geven zal. En als Hij de bete ingedoopt had, gaf Hij ze Judas, Simons zoon, Iskariot.

27. En na de bete, toen voer de satan in hem. Jezus dan zeide tot hem: Wat gij doet, doe het haastelijk.

28. En dit verstond niemand dergenen, die aanzaten, waartoe Hij hem dat zeide.

Johannes 13