Job 9:8-12 Statenvertaling (SV1750)

8. Die alleen de hemelen uitbreidt, en treedt op de hoogten der zee;

9. Die den Wagen maakt, den Orion, en het Zevengesternte, en de binnenkameren van het Zuiden;

10. Die grote dingen doet, die men niet doorzoeken kan; en wonderen, die men niet tellen kan.

11. Zie, Hij zal voor mij henengaan, en ik zal Hem niet zien; en Hij zal voorbijgaan, en ik zal Hem niet merken.

12. Zie, Hij zal roven, wie zal het Hem doen wedergeven? Wie zal tot Hem zeggen: Wat doet Gij?

Job 9