Job 9:7-11 Statenvertaling (SV1750)

7. Die de zon gebiedt, en zij gaat niet op; en verzegelt de sterren;

8. Die alleen de hemelen uitbreidt, en treedt op de hoogten der zee;

9. Die den Wagen maakt, den Orion, en het Zevengesternte, en de binnenkameren van het Zuiden;

10. Die grote dingen doet, die men niet doorzoeken kan; en wonderen, die men niet tellen kan.

11. Zie, Hij zal voor mij henengaan, en ik zal Hem niet zien; en Hij zal voorbijgaan, en ik zal Hem niet merken.

Job 9