Job 9:5-10 Statenvertaling (SV1750)

5. Die de bergen verzet, dat zij het niet gewaar worden, Die ze omkeert in Zijn toorn;

6. Die de aarde beweegt uit haar plaats, dat haar pilaren schudden;

7. Die de zon gebiedt, en zij gaat niet op; en verzegelt de sterren;

8. Die alleen de hemelen uitbreidt, en treedt op de hoogten der zee;

9. Die den Wagen maakt, den Orion, en het Zevengesternte, en de binnenkameren van het Zuiden;

10. Die grote dingen doet, die men niet doorzoeken kan; en wonderen, die men niet tellen kan.

Job 9