Job 9:33-35 Statenvertaling (SV1750)

33. Er is geen scheidsman tussen ons, die zijn hand op ons beiden leggen mocht.

34. Dat Hij van op mij Zijn roede wegdoe, en dat Zijn verschrikking mij niet verbaasd make;

35. Zo zal ik spreken, en Hem niet vrezen; want zodanig ben ik niet bij mij.

Job 9