Job 7:6-10 Statenvertaling (SV1750)

6. Mijn dagen zijn lichter geweest dan een weversspoel, en zijn vergaan zonder verwachting.

7. Gedenk, dat mijn leven een wind is; mijn oog zal niet wederkomen, om het goede te zien.

8. Het oog desgenen, die mij nu ziet, zal mij niet zien; uw ogen zullen op mij zijn; maar ik zal niet meer zijn.

9. Een wolk vergaat en vaart henen; alzo die in het graf daalt, zal niet weder opkomen.

10. Hij zal niet meer wederkeren tot zijn huis, en zijn plaats zal hem niet meer kennen.

Job 7