23. Of bevrijdt mij van de hand des verdrukkers, en verlost mij van de hand der tirannen?
24. Leert mij, en ik zal zwijgen, en geeft mij te verstaan, waarin ik gedwaald heb.
25. O, hoe krachtig zijn de rechte redenen! Maar wat bestraft het bestraffen, dat van ulieden is?
26. Zult gij, om te bestraffen, woorden bedenken, en zullen de redenen des mismoedigen voor wind zijn?