Job 5:6-12 Statenvertaling (SV1750)

6. Want uit het stof komt het verdriet niet voort, en de moeite spruit niet uit de aarde;

7. Maar de mens wordt tot moeite geboren; gelijk de spranken der vurige kolen zich verheffen tot vliegen.

8. Doch ik zou naar God zoeken, en tot God mijn aanspraak richten;

9. Die grote dingen doet, die men niet doorzoeken kan; wonderen, die men niet tellen kan;

10. Die den regen geeft op de aarde, en water zendt op de straten;

11. Om de vernederden te stellen in het hoge; dat de rouwdragenden door heil verheven worden.

12. Hij maakt te niet de gedachten der arglistigen; dat hun handen niet een ding uitrichten.

Job 5