Job 40:20-24 Statenvertaling (SV1750)

20. (40:15) Omdat de bergen hem voeder voortbrengen, daarom spelen al de dieren des velds aldaar.

21. (40:16) Onder schaduwachtige bomen ligt hij neder, in een schuilplaats des riets en des slijks.

22. (40:17) De schaduwachtige bomen bedekken hem, elkeen met zijn schaduw; de beekwilgen omringen hem.

23. (40:18) Zie, hij doet de rivier geweld aan, en verhaast zich niet; hij vertrouwt, dat hij de Jordaan in zijn mond zou kunnen intrekken.

24. (40:19) Zou men hem voor zijn ogen kunnen vangen? Zou men hem met strikken den neus doorboren kunnen?

Job 40