Job 38:10-14 Statenvertaling (SV1750)

10. Toen Ik voor haar met Mijn besluit de aarde doorbrak, en zette grendel en deuren;

11. En zeide: Tot hiertoe zult gij komen, en niet verder, en hier zal hij zich stellen tegen den hoogmoed uwer golven.

12. Hebt gij van uw dagen den morgenstond geboden? Hebt gij den dageraad zijn plaats gewezen;

13. Opdat hij de einden der aarde vatten zou; en de goddelozen uit haar uitgeschud zouden worden?

14. Dat zij veranderd zou worden gelijk zegelleem, en zij gesteld worden als een kleed?

Job 38