Job 36:23-28 Statenvertaling (SV1750)

23. Wie heeft Hem gesteld over Zijn weg? Of wie heeft gezegd: Gij hebt onrecht gedaan?

24. Gedenk, dat gij Zijn werk groot maakt, hetwelk de lieden aanschouwen.

25. Alle mensen zien het aan; de mens schouwt het van verre.

26. Zie, God is groot, en wij begrijpen het niet; er is ook geen onderzoeking van het getal Zijner jaren.

27. Want Hij trekt de druppelen der wateren op, die den regen na zijn damp uitgieten;

28. Welke de wolken uitgieten, en over den mens overvloediglijk afdruipen.

Job 36