19. Zou Hij uw rijkdom achten, dat gij niet in benauwdheid zoudt zijn; of enige versterkingen van kracht?
20. Haak niet naar dien nacht, als de volken van hun plaats opgenomen worden.
21. Wacht u, wend u niet tot ongerechtigheid; overmits gij ze in dezen verkoren hebt, uit oorzake van de ellende.
22. Zie, God verhoogt door Zijn kracht; wie is een Leraar, gelijk Hij?