5. Zo gij kunt, antwoord mij; schik u voor mijn aangezicht, stel u.
6. Zie, ik ben Godes, gelijk gij; uit het leem ben ik ook afgesneden.
7. Zie, mijn verschrikking zal u niet beroeren, en mijn hand zal over u niet zwaar zijn.
8. Zeker, gij hebt gezegd voor mijn oren, en ik heb de stem der woorden gehoord;
9. Ik ben rein, zonder overtreding; ik ben zuiver, en heb geen misdaad.