Job 33:1-3 Statenvertaling (SV1750)

1. En gewisselijk, o Job! hoor toch mijn redenen, en neem al mijn woorden ter ore.

2. Zie nu, ik heb mijn mond opengedaan; mijn tong spreekt onder mijn gehemelte.

3. Mijn redenen zullen de oprechtigheid mijns harten, en de wetenschap mijner lippen, wat zuiver is, uitspreken.

Job 33