Job 32:15-20 Statenvertaling (SV1750)

15. Zij zijn ontzet, zij antwoorden niet meer; zij hebben de woorden van zich verzet.

16. Ik heb dan gewacht, maar zij spreken niet; want zij staan stil; zij antwoorden niet meer.

17. Ik zal mijn deel ook antwoorden, ik zal mijn gevoelen ook vertonen.

18. Want ik ben der woorden vol; de geest mijns buiks benauwt mij.

19. Ziet, mijn buik is als de wijn, die niet geopend is; gelijk nieuwe lederen zakken zou hij bersten.

20. Ik zal spreken, opdat ik voor mij lucht krijge; ik zal mijn lippen openen, en zal antwoorden.

Job 32