15. Zij zijn ontzet, zij antwoorden niet meer; zij hebben de woorden van zich verzet.
16. Ik heb dan gewacht, maar zij spreken niet; want zij staan stil; zij antwoorden niet meer.
17. Ik zal mijn deel ook antwoorden, ik zal mijn gevoelen ook vertonen.
18. Want ik ben der woorden vol; de geest mijns buiks benauwt mij.
19. Ziet, mijn buik is als de wijn, die niet geopend is; gelijk nieuwe lederen zakken zou hij bersten.