Job 22:9-12 Statenvertaling (SV1750)

9. De weduwen hebt gij ledig weggezonden, en de armen der wezen zijn verbrijzeld.

10. Daarom zijn strikken rondom u, en vervaardheid heeft u haastelijk beroerd.

11. Of gij ziet de duisternis niet, en des water overvloed bedekt u.

12. Is niet God in de hoogte der hemelen? Zie toch het opperste der sterren aan, dat zij verheven zijn.

Job 22