Job 21:32-34 Statenvertaling (SV1750)

32. Eindelijk wordt hij naar de graven gebracht, en is gedurig in den aardhoop.

33. De kluiten des dals zijn hem zoet, en hij trekt na zich alle mensen; en dergenen, die voor hem geweest zijn, is geen getal.

34. Hoe vertroost gij mij dan met ijdelheid, dewijl in uw antwoorden overtreding overig is?

Job 21