Job 20:20-24 Statenvertaling (SV1750)

20. Omdat hij geen rust in zijn buik gekend heeft, zo zal hij van zijn gewenst goed niet uitbehouden.

21. Er zal niets overig zijn, dat hij ete; daarom zal hij niet wachten naar zijn goed.

22. Als zijn genoegzaamheid zal vol zijn, zal hem bang zijn; alle hand des ellendigen zal over hem komen.

23. Er zij wat om zijn buik te vullen; God zal over hem de hitte Zijns toorns zenden, en over hem regenen op zijn spijze.

24. Hij zij gevloden van de ijzeren wapenen, de stalen boog zal hem doorschieten.

Job 20