Job 11:1-5 Statenvertaling (SV1750)

1. Toen antwoordde Zofar, de Naamathiet, en zeide:

2. Zou de veelheid der woorden niet beantwoord worden, en zou een klapachtig man recht hebben?

3. Zouden uw leugenen de lieden doen zwijgen, en zoudt gij spotten, en niemand u beschamen?

4. Want gij hebt gezegd: Mijn leer is zuiver, en ik ben rein in uw ogen.

5. Maar gewisselijk, och, of God sprak, en Zijn lippen tegen u opende;

Job 11