Hebreeën 10:17-21 Statenvertaling (SV1750)

17. En hun zonden en hun ongerechtigheden zal Ik geenszins meer gedenken.

18. Waar nu vergeving derzelve is, daar is geen offerande meer voor de zonde.

19. Dewijl wij dan, broeders, vrijmoedigheid hebben, om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus,

20. Op een versen en levenden weg, welken Hij ons ingewijd heeft door het voorhangsel, dat is, door Zijn vlees;

21. En dewijl wij hebben een groten Priester over het huis Gods;

Hebreeën 10