Handelingen 18:12-16 Statenvertaling (SV1750)

12. Maar als Gallio stadhouder van Achaje was, stonden de Joden eendrachtelijk tegen Paulus op, en brachten hem voor den rechterstoel.

13. Zeggende: Deze raadt den mensen aan, dat zij God zouden dienen tegen de wet.

14. En als Paulus zijn mond zou opendoen, zeide Gallio tot de Joden: Zo er enig ongelijk, of kwaad stuk begaan ware, o Joden, zo zou ik met reden ulieden verdragen;

15. Maar indien er geschil is over een woord, en namen, en over de wet, die onder u is, zo zult gij zelven toezien; want ik wil over deze dingen geen rechter zijn.

16. En hij dreef hen weg van den rechterstoel.

Handelingen 18