13. En Kenan leefde, nadat hij Mahalal-el gewonnen had, achthonderd en veertig jaren; en hij gewon zonen en dochteren.
14. Zo waren al de dagen van Kenan negenhonderd en tien jaren; en hij stierf.
15. En Mahalal-el leefde vijf en zestig jaren, en hij gewon Jered.
16. En Mahalal-el leefde, nadat hij Jered gewonnen had, achthonderd en dertig jaren; en hij gewon zonen en dochteren.