18. Op uw zaligheid wacht ik, HEERE!
19. Aangaande Gad, een bende zal hem aanvallen; maar hij zal haar aanvallen in het einde.
20. Van Aser, zijn brood zal vet zijn; en hij zal koninklijke lekkernijen leveren.
21. Nafthali is een losgelaten hinde; hij geeft schone woorden.