Genesis 46:9-14 Statenvertaling (SV1750)

9. En de zonen van Ruben: Hanoch, en Pallu, en Hezron, en Karmi.

10. En de zonen van Simeon: Jemuel, en Jamin, en Ohad, en Jachin, en Zohar, en Saul, de zoon ener Kanaanietische vrouw.

11. En de zonen van Levi: Gerson, Kehath en Merari.

12. En de zonen van Juda: Er, en Onan, en Sela, en Perez, en Zerah. Doch Er en Onan waren gestorven in het land van Kanaan; en de zonen van Perez waren Hezron en Hamul.

13. En de zonen van Issaschar: Tola, en Puwa, en Job, en Simron.

14. En de zonen van Zebulon: Sered, en Elon, en Jahleel.

Genesis 46