Genesis 36:29-32 Statenvertaling (SV1750)

29. Dit zijn de vorsten der Horieten: de vorst Lotan, de vorst Sobal, de vorst Zibeon, de vorst Ana.

30. De vorst Dison, de vorst Ezer, de vorst Disan; dit zijn de vorsten der Horieten, naar hun vorsten in het land Seir.

31. En dit zijn koningen, die geregeerd hebben in het land Edom, eer een koning regeerde over de kinderen Israels.

32. Bela dan, de zoon van Beor, regeerde in Edom, en de naam zijner stad was Dinhaba.

Genesis 36