Genesis 31:2-6 Statenvertaling (SV1750)

2. Jakob zag ook het aangezicht van Laban aan, en ziet, het was jegens hem niet als gisteren en eergisteren.

3. En de HEERE zeide tot Jakob: Keer weder tot het land uwer vaderen, en tot uw maagschap, en Ik zal met u zijn.

4. Toen zond Jakob heen, en riep Rachel en Lea, op het veld tot zijn kudde;

5. En hij zeide tot haar: Ik zie het aangezicht uws vaders, dat het jegens mij niet is als gisteren en eergisteren; doch de God mijns vaders is bij mij geweest.

6. En gijlieden weet, dat ik met al mijn macht uw vader gediend heb.

Genesis 31