Genesis 27:15-18 Statenvertaling (SV1750)

15. Daarna nam Rebekka de kostelijke klederen van Ezau, haar grootsten zoon, die zij bij zich in huis had, en zij trok ze Jakob, haar kleinsten zoon, aan.

16. En de vellen van de geitenbokjes trok zij over zijn handen, en over de gladdigheid van zijn hals.

17. En zij gaf de smakelijke spijzen, en het brood, welke zij toegemaakt had, in de hand van Jakob, haar zoon.

18. En hij kwam tot zijn vader, en zeide: Mijn vader! En hij zeide: Zie, hier ben ik; wie zijt gij, mijn zoon?

Genesis 27