Genesis 17:1-5 Statenvertaling (SV1750)

1. Als nu Abram negen en negentig jaren oud was, zo verscheen de HEERE aan Abram, en zeide tot hem: Ik ben God, de Almachtige! Wandel voor Mijn aangezicht, en zijt oprecht!

2. En Ik zal Mijn verbond stellen tussen Mij en tussen u, en Ik zal u gans zeer vermenigvuldigen.

3. Toen viel Abram op zijn aangezicht, en God sprak met hem, zeggende:

4. Mij aangaande, zie, Mijn verbond is met u; en gij zult tot een vader van menigte der volken worden!

5. En uw naam zal niet meer genoemd worden Abram; maar uw naam zal wezen Abraham; want Ik heb u gesteld tot een vader van menigte der volken.

Genesis 17