Ezra 2:28-32 Statenvertaling (SV1750)

28. De mannen van Beth-el en Ai, tweehonderd drie en twintig.

29. De kinderen van Nebo, twee en vijftig.

30. De kinderen van Magbis, honderd zes en vijftig.

31. De kinderen van den anderen Elam, duizend tweehonderd vier en vijftig.

32. De kinderen van Harim, driehonderd en twintig.

Ezra 2