Ezechiël 16:1-4 Statenvertaling (SV1750)

1. Verder geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende:

2. Mensenkind, maak Jeruzalem haar gruwelen bekend,

3. En zeg: Alzo zegt de Heere HEERE tot Jeruzalem: Uw handelingen en uw geboorten zijn uit het land der Kanaanieten; uw vader was een Amoriet en uw moeder een Hethietische.

4. En aangaande uw geboorten: ten dage, als gij geboren waart, werd uw navel niet afgesneden; en gij waart niet met water gewassen, toen Ik u aanschouwde; gij waart ook geenszins met zout gewreven, noch in windselen gewonden.

Ezechiël 16