24. En den nieuwen mens aandoen, die naar God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid.
25. Daarom legt af de leugen, en spreekt de waarheid, een iegelijk met zijn naaste; want wij zijn elkanders leden.
26. Wordt toornig, en zondigt niet; de zon ga niet onder over uw toornigheid;
27. En geeft den duivel geen plaats.