Deuteronomium 32:32-35 Statenvertaling (SV1750)

32. Want hun wijnstok is uit den wijnstok van Sodom, en uit de velden van Gomorra; hun wijndruiven zijn vergiftige wijndruiven; zij hebben bittere bezien.

33. Hun wijn is vurig drakenvenijn, en een wreed adderenvergift.

34. Is dat niet bij Mij opgesloten, verzegeld in Mijn schatten?

35. Mijn is de wraak en de vergelding, ten tijde als hunlieder voet zal wankelen; want de dag huns ondergangs is nabij, en de dingen, die hun zullen gebeuren, haasten.

Deuteronomium 32