2 Samuël 15:35-37 Statenvertaling (SV1750)

35. En zijn niet Zadok en Abjathar, de priesters, aldaar met u? Zo zal het geschieden, dat gij alle ding, dat gij uit des konings huis zult horen, den priesteren, Zadok en Abjathar, zult te kennen geven.

36. Ziet, hun beide zonen zijn aldaar bij hen, Ahimaaz, Zadoks, en Jonathan, Abjathars zoon; zo zult gijlieden door hun hand tot mij zenden alle ding, dat gij zult horen.

37. Alzo kwam Husai, Davids vriend, in de stad; en Absalom kwam te Jeruzalem.

2 Samuël 15