2 Kronieken 19:1-2 Statenvertaling (SV1750)

1. En Josafat, de koning van Juda, keerde met vrede weder naar zijn huis te Jeruzalem.

2. En Jehu, de zoon van Hanani, de ziener, ging uit, hem tegen, en zeide tot den koning Josafat: Zoudt gij den goddeloze helpen, en die den HEERE haten, liefhebben? Nu is daarom over u van het aangezicht des HEEREN grote toornigheid.

2 Kronieken 19