7. En Beth-zur, en Socho, en Adullam,
8. En Gath, en Maresa, en Zif,
9. En Adoraim, en Lachis, en Azeka,
10. En Zora, en Ajalon, en Hebron; dewelke in Juda en in Benjamin de vaste steden waren.
11. En hij sterkte deze vastigheden, en leide oversten daarin, en schatten van spijs, en olie, en wijn;
12. En in elke stad rondassen en spiesen, en sterkte ze gans zeer; zo was Juda, en Benjamin zijne.