2 Koningen 1:14-18 Statenvertaling (SV1750)

14. Zie, het vuur is van den hemel gedaald, en heeft die twee eerste hoofdmannen van vijftigen met hun vijftigen verteerd; maar nu, laat mijn ziel dierbaar zijn in uw ogen!

15. Toen sprak de Engel des HEEREN tot Elia: Ga af met hem; vrees niet voor zijn aangezicht. En hij stond op, en ging met hem af tot den koning.

16. En hij sprak tot hem: Zo zegt de HEERE: Daarom, dat gij boden gezonden hebt, om Baal-zebub, den god van Ekron, te vragen (is het, omdat er geen God in Israel is, om Zijn woord te vragen?); daarom, van dat bed, waarop gij geklommen zijt, zult gij niet afkomen, maar gij zult den dood sterven.

17. Alzo stierf hij, naar het woord des HEEREN, dat Elia gesproken had; en Joram werd koning in zijn plaats, in het tweede jaar van Joram, den zoon van Josafat, den koning van Juda; want hij had geen zoon.

18. Het overige nu der zaken van Ahazia, die hij gedaan heeft, is dat niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Israel?

2 Koningen 1