2 Corinthiërs 9:12-15 Statenvertaling (SV1750)

12. Want de bediening van dezen dienst vervult niet alleen het gebrek der heiligen, maar is ook overvloedig door vele dankzeggingen tot God;

13. Dewijl zij door de beproeving dezer bediening God verheerlijken over de onderwerping uwer belijdenis onder het Evangelie van Christus, en over de goeddadigheid der mededeling aan hen en aan allen;

14. En door hun gebed voor u, welke naar u verlangen, om de uitnemende genade Gods over u.

15. Doch Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke gave.

2 Corinthiërs 9