1 Kronieken 21:7-10 Statenvertaling (SV1750)

7. En deze zaak was kwaad in de ogen Gods; daarom sloeg Hij Israel.

8. Toen zeide David tot God: Ik heb zeer gezondigd, dat ik deze zaak gedaan heb; maar neem toch nu de misdaad Uws knechts weg, want ik heb zeer zottelijk gehandeld.

9. De HEERE nu sprak tot Gad, den ziener van David, zeggende:

10. Ga heen, en spreek tot David, zeggende: Aldus zegt de HEERE: Drie dingen leg Ik u voor; kies u een uit die, dat Ik u doe.

1 Kronieken 21