13. Gij, zaad van Israel, Zijn dienaar, gij, kinderen van Jakob, Zijn uitverkorenen!
14. Hij is de HEERE, onze God; Zijn oordelen zijn over de gehele aarde.
15. Gedenkt tot in der eeuwigheid Zijns verbonds, des woords, dat Hij ingesteld heeft tot in het duizendste geslacht;
16. Des verbonds, dat Hij met Abraham heeft gemaakt, en Zijns eeds aan Izak;