1 Corinthiërs 16:6-11 Statenvertaling (SV1750)

6. En ik zal mogelijk bij u blijven, of ook overwinteren, opdat gij mij moogt geleiden, waar ik zal henenreizen.

7. Want ik wil u nu niet zien in het voorbijgaan, maar ik hoop enigen tijd bij u te blijven, indien het de Heere zal toelaten.

8. Maar ik zal te Efeze blijven tot den pinkster dag.

9. Want mij is een grote en krachtige deur geopend, en er zijn vele tegenstanders.

10. Zo nu Timotheus komt, ziet, dat hij buiten vreze bij u zij; want hij werkt het werk des Heeren, gelijk als ik.

11. Dat hem dan niemand verachte; maar geleidt hem in vrede, opdat hij tot mij kome; want ik verwacht hem met de broederen.

1 Corinthiërs 16