1. De engel die met mij sprak, kwam terug en wekte mij zoals men iemand uit de slaap wekt.
2. Hij zeide tot mij: Wat ziet gij? Daarop antwoordde ik: Ik zie daar een kandelaar, geheel van goud, met een oliehouder aan zijn top; hij heeft zeven lampen, en telkens zeven toevoerbuizen voor de lampen erbovenop;