13. Help Zenas, de wetgeleerde, en Apollos met alle ijver voort, opdat hun niets ontbreke.
14. En laten ook de onzen leren vóór te gaan in goede werken, ter voorziening in hetgeen noodzakelijk is, opdat zij niet onvruchtbaar zijn.
15. Allen, die bij mij zijn, laten u groeten. Groet hen, die ons in het geloof liefhebben. De genade zij met u allen.