Spreuken 31:21-25 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

21. Zij vreest de sneeuw niet voor haar gezin,want haar ganse gezin is in scharlaken gekleed.

22. Zij maakt voor zich tapijten;van fijn linnen en rood purper is haar gewaad.

23. Haar man is bekend in de poorten,als hij neerzit te midden van de oudsten des lands.

24. Zij vervaardigt linnen kleding en verkoopt die;aan de koopman levert zij gordels.

25. Kracht en luister is haar gewaad,de komende dag lacht zij toe.

Spreuken 31