Spreuken 26:5-8 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

5. Antwoord een zot naar zijn dwaasheid,opdat hij niet wijs zij in eigen oog.

6. Wie een boodschap zendt door een dwaas,kapt zich de voeten af en drinkt onheil in.

7. De benen van een kreupele hangen slap neer,zo is een spreuk in de mond van dwazen.

8. Zoals wie een steen in een slinger vastbindt,zo is hij, die een dwaas eer geeft.

Spreuken 26