1. Een goede naam is verkieslijker dan veel rijkdom,gunst is beter dan zilver en goud.
2. Rijken en armen ontmoeten elkander;hun aller Maker is de Here.
3. De schrandere ziet het onheil en bergt zich,maar de onverstandigen gaan hun gang en moeten boeten.
4. Het loon van ootmoed – vreze des Heren –is rijkdom, eer en leven.
5. Dorens en strikken liggen op de weg van de verkeerde;wie zichzelf wil bewaren, blijft daarvan verre.