Spreuken 14:21-25 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

21. Wie zijn naaste veracht, zondigt;maar welzalig hij, die zich ontfermt over ellendigen.

22. Zullen de bewerkers van het kwade niet dwalen?Doch liefde en trouw zijn voor de bewerkers van het goede.

23. In alle moeitevolle arbeid zal voordeel zijn,maar het gepraat der lippen leidt enkel tot gebrek.

24. De kroon der wijzen is hun rijkdom;de dwaasheid der zotten blijft dwaasheid.

25. Een betrouwbaar getuige is een redder van levens,maar wie leugens blaast, is een en al bedrog.

Spreuken 14